openingszin
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of opening + -s- + zin.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]openingszin m (plural openingszinnen, diminutive openingszinnetje n)
- first sentence (of a conversation or text); opener
- De openingszin van dit artikel is niet heel pakkend. ― The first sentence of this article isn't very exciting.
- Hij overwoog een andere openingszin voor zijn sollicitatiebrief. ― He considered a different first sentence for his job application letter.
- (dating) pick-up line
- Die openingszin zou ik eerlijk gezegd zien als een red flag. ― To be honest, I would regard that pick-up line as a red flag.